Zeebaars met amandel-komijnsaus voor de
vastentijd
In alle middeleeuwse kookboeken zien we recepten die
bestemd zijn voor de vastentijd.
Vroeger mochten katholieken drie dagen per week geen vlees eten. Daarnaast
moesten zij vasten tijdens de 40 dagen tussen Aswoensdag en Pasen, tijdens
de vier weken vóór Kerstmis en op de dagen die het begin van de seizoenen
aangeven, dus eind december, maart, juni en september. In totaal moesten
katholieken meer dan vijf maanden per jaar vasten.
Op het grootste deel van deze vastendagen mocht je slechts brood, groenten
en vis eten. Op sommige vastendagen waren eieren, kaas en melkproducten
wel toegestaan, maar vlees was op alle vastendagen verboden. Gerechten met
vis waren dus heel geschikt voor alle vastendagen.
Het volgende recept uit het begin van de 16de eeuw heeft de naam ‘kimmeneye’. Dat is hier een licht zoete
saus van amandelmelk, op smaak gebracht met komijn, saffraan en wat
suiker, en gebonden met broodkruim. De naam ‘kimmeneye’ komt van de
specerij komijn. De saffraan geeft de saus een mooie goudgele kleur. Men
dacht vroeger dat goud het leven kon verlengen; vandaar dat ze in de
Middeleeuwen veel saffraan gebruikten. Bovendien waren ze toen dol op
felle kleurtjes in het eten. Saffraan is ook in poedervorm te koop.
Saffraan, het ‘rode goud’, is de duurste specerij ter wereld.
De basis van deze saus is amandelmelk. Die kun je zelf maken door
fijngemalen amandelen te mengen met water.
Tot eender kimmeneyen
binnen der vastenen (ca.
1514)
Neempt comijn, sofferaen, broot. Stoot dit al tegadere ende slaghet duer
eenen stramijn met melcke van amandelen ende dat walt men over tvier
totdat dicke ghenoech es. Alst dick ghenoech es so doet daerinne
brootsuycker, oft potsuycker ofte meelsuycker, nadat ment goet ende
sonderlinghe hebben wilt. Ende latent suicker medesieden, maer niet
langhe. Alst metten suycker wat ghesoden heeft, doeghet dan af ende
latent cuelen. Hyerinne leyt men riviervisschen ende visscen uuten
sueten water ende princepale baersen. Hierin leit men oock visscen die
in die olie ghebacken sijn. Ende als men dit recht oft dient, soe
pleecht men daerboven te stroyen brootsuycker |
Zeebaars met amandel-komijnsaus voor de
vastentijd
Neem komijn, saffraan en brood. Stamp dit fijn en druk het samen met
de amandelmelk door een zeef, en kook het op het vuur totdat het dik
genoeg is. Als het dik genoeg is, doe er dan broodsuiker, of potsuiker
ofwel poedersuiker doorheen, naar gelang dat men het buitengewoon
smakelijk wil hebben. Laat de suiker meekoken, maar niet lang. Als het
met de suiker erin even heeft gekookt, haal het dan van het vuur en
laat het afkoelen. Leg hierin riviervis of zoetwatervis, vooral baars.
Hierin legt men ook wel vissen die in olie zijn gebakken. Als men dit
opdient, strooit men er gewoonlijk broodsuiker overheen. |
Ingrediënten (4 personen)
- 2 gefileerde zeebaarzen of andere vis, bijvoorbeeld
snoekbaars (4 filets; hele, schoongemaakte vissen kun je ook gebruiken)
- 150 gram amandelen zonder vlies
- 2 theelepels komijnzaad of komijnpoeder
- ongeveer 1 eetlepel suiker
- 1 à 2 eetlepels broodkruim oudbakken witbrood zonder
korst (eventueel in een lauwe oven laten uitdrogen)
- enkele draadjes saffraan (of een mespunt
saffraanpoeder)
- snufje zout naar smaak
Bereiding
Maak eerst amandelmelk voor de saus.
Maal de amandelen in kleine porties tot grove stukjes met behulp van een
staafmixer. Maal de grof gemalen amandelen daarna in kleine porties tot
poeder fijn in een koffiemolen.
Giet 1 liter kokend water bij de fijngemalen amandelen en laat dit twintig
minuten staan. Zeef de amandelmelk door een puntzeef of kaasdoek. Het
opgevangen witte vocht (ongeveer 0,9 liter) is amandelmelk.
Werk daarna de saus af.
Stamp dan de saffraandraadje in een vijzel fijn met een klein beetje
kristalsuiker. Rooster het komijnzaad in een droge koekenpan, en stamp het
fijn in een vijzel.
Breng de amandelmelk aan de kook en voeg het saffraanmengsel, de komijn en
het broodkruim toe. Goed proeven! De smaak is even wennen, maar je kunt
het zo zoet of gekruid maken als je zelf wilt. Voeg desgewenst nog wat suiker toe
of komijn of
een snufje zout. Laat dit op een zacht vuurtje staan koken tot de saus
licht gebonden is.
Maak dan de vis klaar.
Bestrijk de huid van de zeebaars dun met olijfolie. Zet hem 10 minuten in het midden
van de oven onder een hete grill, met de huid naar boven. Je kunt de vis ook in een koekenpan met
hete olie bakken, op de huid. Schep tot slot de warme saus in een voorwarmde schaal of
in borden, en leg daar de gegrilde visfilets in. Warm serveren.
Bronnen
- Ria Jansen-Sieben en Marleen van der Molen-Willebrands (eds.),
Een
notabel boecxken van cokeryen. Het eerste gedrukte Nederlandstalige
kookboek circa 1514 uitgegeven te Brussel door Thomas vander Noot.
Amsterdam 1994, p.21,
nr.8.
Zie ook de interneteditie van dit eerste Nederlandstalige gedrukte
kookboek op deze website van
Marleen Willebrands,
Kookhistorie.nl
- Meer informatie over vastengerechten is te vinden op
de website van
Christianne Muusers.
Naar de index van KIS
[Home]
Laatste
wijziging:
09-01-08 |