De persoonlijke opmerkingen van Magirus bij zijn
hoofdstuk met recepten voor toerten werpen een interessante
blik op de huiselijke samenleving van man en vrouw in het begin van de
17de eeuw in de Nederlanden. zie p.83-84).
Taarten en toerten
Taarten, of liever gezegd ‘toerten’ zijn voor Magirus
een soort wondermiddel. Magirus legt het verschil tussen taarten en
toerten haarfijn uit. Toerten bak je voor gasten op vastendagen en
voor zieken; taarten bak je, als je man een slechte bui heeft of
als er onverwacht bezoek voor hem langskomt.
Toerten zijn dus speciaal, chique. Wellicht laat dit iets zien van de
status van het Frans, dat toen in Brussel de voertaal was die in
hofkringen en andere regerende instanties werd gesproken.
Magirus schreef echter in de volkstaal, maar doet zich
hier voor de grap deftig voor. Hij geeft slechts recepten voor toerten,
puur ironie naar mijn mening. Die gaan erin als koek, zal hij
grinnikend gedacht hebben.
Het precieze verschil tussen een taart en een toert is
overigens uit 17de-eeuwse teksten niet duidelijk op te maken. Een toert
was meestal een verfijnde, met deeg afgedekte taart, vaak met een
vleesvulling. Dat gaat bij Magirus niet op, want ook de ongedekte
vruchten- of kaastaarten zijn bij hem een toert.
Genderaspect: de strijd om de broek
Magirus speelt in zijn opdracht bij het Koocboec
in op het gevoel van vrouwen door te stellen dat de liefde van de
echtgenoot door de maag gaat, en dat de man graag lekker wil eten als hij
moe thuis komt van werk.
De taakverdeling binnen het huwelijk van de
gegoede burger in de vroegmoderne tijd was duidelijk: de man was
als kostwinner verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de vrouw
bestierde de huishouding.
Voorbeelden van een omgekeerde taakverdeling zijn
echter vanaf de 16de eeuw volop te zien op oude prenten. Dat is goed
zichtbaar op de titelprent van de tweede druk van Magirus'
Koockboeck uit 1663 (linker afbeelding),
waar de vrouw de broek aan heeft; een knipoog naar het beeld dat
werd herkend. De vrouw staat dreigend met een schuimspaan de man vermanend
toe te spreken, terwijl deze met een gelaten blik het spit draait.
Een prent uit een werk van Jacob Cats (1627; afbeelding
rechts) laat een soortgelijk
beeld zien.
‘De strijd om de broek’ is een oud thema van prenten. De boodschap van de
voorstelling is dat de man ervoor moet oppassen geen slachtoffer te worden
van vrouwelijke heerszucht. Daarom moet hij goed uitkijken met wie hij
trouwt en zijn leidersrol met vaste hand waarmaken.
Dat klinkt vreemd vanuit de geëmancipeerde blik van nu.
In de zeventiende eeuw echter kreeg het huwelijk in de
burgerlijke samenleving een steeds belangrijker positie en men
streefde ernaar dat wettelijk beter te beschermen en te controleren.
Tegelijkertijd was het huwelijk daarmee onherroepelijker, en de keuze van
de huwelijkspartner was voor iedereen van groot belang. Een einde maken
aan een officieel gesloten huwelijk was in die tijd praktisch uitgesloten.
'Weet waar je aan begint', was het advies.
Prenten zoals hierboven staan afgebeeld, waren vroeger leerzaam en
vermakelijk tegelijk.
Magirus speelt geestig in op dit thema van de omgekeerde wereld, door aan het begin van zijn
omvangrijke taartenhoofdstuk op te merken dat hij met zijn recepten
duidelijk wil laten zien dat hij geen lulletje rozenwater is, een
koekenbakker of lulhannes, maar dat ie echt iets in zijn mars heeft.
Dat
resulteert in ruim 55 mooie recepten van alleen maar 'toerten'...