Maastrichts handschrift ca. 1800: soep van
rivierkreeften
|
Ingrediënten (4 personen) |
|
Bereiding
Breng water aan de kook in een flinke pan. Voeg zout toe en kook
hierin de rivierkreeften in ca. 5 minuten gaar.
Pel het visvlees uit de staarten.U houdt ruim 100 gram visvlees over. Zet
dit apart om er straks balletjes van te maken.
Maak alles fijn wat is overgebleven, dus de koppen en de
schalen. Handig daarvoor is een foodprocessor, of stamp alles fijn in een
vijzel.
Neem een braadpan. Verhit daarin boter en fruit daarin de pulp van de
schalen van de rivierkreeften.
Giet er een halve liter kalfsbouillon bij. Voeg er stukjes geschilde
peterseliewortel aan toe. Laat dit op een zacht vuur ruim een half uur
trekken, met de deksel op de pan.
Maal intussen het visvlees uit de staarten fijn in een foodprocessor of
staafmixer. Meng dit met losgeklopt ei, en prak er 2 sneetjes in water
geweekt witbrood zonder korst doorheen. Kruid het met peper, zout en nootmuskaat.
Zeef de soep door een puntzeef of door een gaasdoek.
Vorm piepkleine gehaktballetjes en laat die in de soep gaar worden.
Voeg zoveel bouillon toe, dat er genoeg soep is voor uw gezelschap. Maak de soep
op smaak met zout en peper.
Ontkorst de rest van het brood en rooster het. Een andere mogelijkheid is
om er croutons van te maken. Dus: brood in dobbelsteentjes snijden en
bakken in een koekenpan met boter.
De kreeftensoep opdienen met croutons, of: geroosterd brood over de borden
verdelen en daar de soep overheen scheppen.
[Home] Laatste wijziging: 16-07-11