Om groene ockernoten te confijten

De zomer levert veel vruchten op die kunnen worden ingemaakt, zodat men het hele jaar door kan genieten van al die verschillende zomerkoninkjes. 

Confituren bestaan al sinds eeuwen. Ze zijn van Grieks-Arabische oorsprong en werden via landen rond de Middellandse Zee in Europa geïntroduceerd. De astroloog én arts Nostradamus zorgde in 1555 voor één van de eerste verzamelingen gedrukte confiturenrecepten.

Aanvankelijk gebruikte men honing, maar vanaf de 12de of 13de eeuw ook suiker. In de Middeleeuwen was suiker duur, maar vanaf de tweede helft van de 16de eeuw werd deze veel goedkoper door de grote aanvoer vanuit Amerika.

Aan confituren werd vroeger niet alleen een conserverende werking toegekend, maar ook een medische werking. Ze waren goed voor de gezondheid. 
Zo kunnen gekonfijte, onrijpe walnoten de stoelgang bevorderen wanneer je ’s ochtends één of twee ervan eet. Dat schrijft de 17de-eeuwse arts Stephaan Blankaart in Den Nederlandschen Herbarius (1698). 
Verder zijn ze goed voor de maag en ook nog eens een probaat middel tegen zwaarmoedigheid.
En volgens de arts Johan van Beverwijck zijn ze, zoals alle noten, `bequaem om den lust van byslapen te verwecken'; een afrodisiacum dus.

In de 17de eeuw eindigde men de maaltijd met vers fruit, noten, gebak en confituren. Daarbij werd `hippocras' gedronken, een zoete, gekruide wijn. 
 

Om groene ockernoten te confijten (1669)
Pluckt de noten af te Sint Jan, eer de pit hart is,steeckt daer met een penneken verscheyde gaten in, eghtse negen of thien dagen te weeck, en dickmalen ververscht, daer naer een weynigh in water gesoden, en dan in suycker of syroop gesoden, doch wel 4 mael soo langh als limoenen of oranje, naer 't vlies afgedaen is, en nagelen of caneel in gesteken zijnde, temets in ’t koocken met wat honingh of suycker verversschende voor ’t weghkoocken, dan in de syroop laten leggen, soo kondt ghyse lange bewaren.

(English translation)

Verse gekonfijte walnoten (hertaald recept)
Pluk de noten rond Sint-Jan voordat de kern hard is. Steek daar met een priem verschillende gaten in. Laat ze negen à tien dagen in water weken en ververs het water regelmatig. Kook ze daarna even in water en daarna in suiker of siroop – maar wel viermaal zo lang als citroenen of pomeransen – nadat de schil eraf gehaald is en kruidnagels en kaneel erin gestoken zijn, terwijl men tijdens het koken zo nu en dan wat verse honing of suiker toevoegt vanwege het inkoken. Laat ze dan in de siroop liggen. Zo kunt u ze lang bewaren.
 

 


[Home]      Laatste wijziging: 02-02-22