Notabel boecxken van cokeryen


  1. Om te maken finen rooden clareyt

Neempt Vlemsschen zeem [Vlaamse honing] een pinte, ende een half pinte waters. Dit siedet overeen [kook dit samen] ende schuymet wel [schuim het goed af]. Alst wel gheschuymt es, soe doeghet van den viere. Dan neempt eenen stoop rooden wijn, dyen minghelt metten voerseyden ghescuymden zeeme. Dan neempt onderhalf once tornisol [lakmoes], dat syedet in een luttel wijns met water tegader. Dit minghelt daerin. Hebdi gheenen rooden wijn, ghi sult nemen Petau [wijn uit Poitou] oft Rinsschen wijn [Rijnwijn] ende sieden daer so veel te meer tornysols inne, maer wijn bastaert [zoete wijn] waer [ware] alderbest. Oock suldi weten: const men ghevinden eenighe tenture [vino tinto], dat beter ware dan eenighen wijn die men vinden mach. Dit es dat poedere: neempt een onche caneels, een once witten gimbere, groffelsnaghelen [kruidnagel], greyne [kardemom], elcx [van elk] twee dragina, notenmuscaten, galigaen [galanga], elcx een dragina, lanckpeper [lange peper] een dragina. Hieraf [hiervan] maket pulver ende latet dan al lopen doer den sack [filterzak], acht oft neghen werven [keer], totdat claer [helder] es, maer dect den sac boven datter geen locht uut en gha [zodat er geen lucht uit ontsnapt].


[Home]      Laatste wijziging: 07-09-20