Notabel boecxken van cokeryen


  1. Aldus sal men faysanten en pauwen26 bereyden. 

Maict die schoone alsoe dat behoort ende al ghereet om gaen te braden aen eenen spet. Ende als dye half ghebraden sijn, soe laerdeert [doorsteek] dye met groffelsnaghelen [kruidnagel] ende om [voor] twee schotelen een onche cleyn cruyts, ghestooten greine [gestampte kardemom], groffelsnaghelen [kruidnagel], swert peper, notenmuscaten ende twee onchen ghestooten caneels. Dan neemt een half waelpuyt rooswaters ende een half waelpuyt edycx [azijn]. Dit doet op den roost [gebraad]. Vergadert die specien [specerijen] ende doet dit duer eenen stramijn [zeef]. In deser sausen sal men doen een vierendeel suyckers ende neemt een half pont caneels. Dan neempt een bolleken eyiuyns [ui], dat doet int suyckere ghelijck men ander specien doet. Ende als den roost ghetrocken sal sijn uut den spete [van het spit afgetrokken zal zijn], so legtten [legt hem] in schotelen, soe bestroyten met canele. Dan doetter van der sausen op, te weten in dye schotele sonder die spise te ghenaken [aanraken]. Dese sause es oock goet tot alle roosten.

26 In de druk staat: pauwan


[Home]      Laatste wijziging: 22-01-04