Notabel boecxken van cokeryen


  1. Roffioelen van vleessche. 

Neempt verckensvleesch dat ter maten [buitengewoon] vet es. Het moet oock versch sijn. Dit selve vleesch hert ghesoden [gekookt] oft maer half ghesoden, dat sal men al ontwee cappen [stuk hakken] ende stooten [stampen]. Ende hierinne sal men doen dusdanighen cruyt [specerijen], als ghimbere, caneel, sofferaen, luttele pepers ende appelen. Dit sal men al teghadere stooten wel cleyne totter [samen met de] voerghenoemder spisen. Die bacmen [bakt men] dan al heet in den hoven oft so men wilt.


[Home]      Laatste wijziging: 29-01-03