Notabel boecxken van cokeryen


(fol.E3vo)
  1. Een ander pameye

Neempt appelen die suer oft amper [wrang] sijn. Die scelt ende snijtse wel ontwee [in stukken]. Dan sietse [kook ze] al moruwe [helemaal zacht]. Dye suldy doen fruyten in eenen schoonen pot met boteren, dat [totdat] si alle breken. Ende neempt dan eyeren ontwee ghebroken [geklutst] met melcke. Die suldi minghelen21 ende doendere dan inne sofferaen. Minghelet ondereen [door elkaar]. Dan latet wel sieden opdat dicke werden mach. Alst dic genoech es, soe stroyt men daeroppe als ment gherecht heft [opgediend heeft] in schotelen caneelpoeder met suycker tegader gheminghelt. Ende aldus eest volmaect. Dyt gheeft men des avons aldereerst [als eerste gerecht] in manieren22 [bij wijze] van23 potaigen.

21 In de druk staat: minhelen
22 In de druk staat de eerste n op zijn kop
23 In de druk staat: vae


[Home]      Laatste wijziging: 22-01-04