Notabel boecxken van cokeryen


  1. Paeschspasteyen. 

Neemt eenderhande [een soort] gruen [vers] vleesch, dats rintvleesch, calfvleesch ofte hoenderen ofte voghelen. Als ghy dese hebt, sietse ontwee al moruwe [kook ze zo gaar dat ze uiteen vallen]. Dan suldy maken een bipeper met den selven sope [kooknat] ende doeghet duere [zeef]. Dan17 neempt veel caneels, ghimber, greyne [kardemom] ende alderhande cruyt [specerijen] ende suycker. Ende doet dit al tsamen in dat pepere. Ende bereydet alsoe ghelijck ofte [alsof] men daeraf rechten [opdienen] soude. Dan neemt deech, ghemaect ghelijc potaigepasteyen, ende legt dye vol pepers metten vleessche oft hoenderen. Dan slaghet in een panne met heeten smoute [vet] ende laet dye pasteye backen ghelijck ghebraden vleessche in der olyen. En hoet wel [let er goed op] datter geen smout in en lope. Ende als die genoech es, so doetse uute [haal ze uit de pan] ende dyentse voer [dien ze op aan het begin van de maaltijd] metter potaygyen ter tafelen. Ende es volmaect.

17 In de druk staat de n op zijn kop


[Home]      Laatste wijziging: 22-01-04