Notabel boecxken van cokeryen


  1. Om een goede sause. 

Neempt calfvleesch ende jonghe hoenderkens al gheheel [hele kuikens]. Dye doet syeden wel moruwe [laat die goed gaar koken]. Dan stoeft dye int vleeschsop van den selven calfvleessche ende hoenderkens. Dan so neempt gheschelde [gepelde] amandelen. Dye suldi stooten [stampen] in eenen mortyer [vijzel] ende al suldise dueredoen [alles moet u door een zeef wrijven]. Als dye duereghedaen sijn, soe doeghet in eenen pot (fol.C4ro) ende latet syeden ende doetter inne eenen redelijcken deel suyckers. Daerna neempt witten wijn met wat verjuys, dat minghelt wel tesamen met bloemen van rijs [rijstemeel]. Minghelter oock inne vleessop. Dat doet tesamen oock duer. Doet hier ooc inne wat souts, so veel alst behoeft. Dan ghietter dese sause op ende daerenboven stroyt tresie.


[Home]      Laatste wijziging: 27-05-03