Notabel boecxken van cokeryen


  1. Een bruyn sause op den carper. 

Neempt eenen goeden carper ende siet dien wel morwe [kook die goed gaar]. Dan doeten van den viere [haal hem van het vier] ende laetten staen in sijn sop. Neempt pepercoecke ofte lyefcoecke [Lebkuchen] ende dat sedt te weycke int vette sop van den carpere, dat suldy dan afscheppen van den ketel met eenen lepele. Ende alst gheweyct es, so suldy den coecke in stucken wryven metten selven lepele seer cleyne, emmers [in ieder geval] so cleyne alst moghelijck es. Dan linghet11 [leng het aan] met azine ende wine. Dan settet over [op] tvier ende latet sieden dat binde [laat het koken totdat het bindt]. Dan doet erinne ghimber, caneel ende eenen goeden deel suyckers, wat souts ende plucter [gooi er een handvol] rosijn inne. Dit ghiet men overe al den carpere in die vastenen.

11 In de druk staat: liughet


[Home]      Laatste wijziging: 22-01-04