Notabel boecxken van cokeryen


  1. Sause tot carpers. 

Neempt cruymen van broode gheweyct in edyck [azijn] ofte in vissop [visbouillon], wel ghestooten [goed fijnstampt] ende met edyck doergedaen doer eenen stramijn [zeef]. Dat doet sieden [koken] mit sofferaen. Dan doetter oock inne ghefruyten ajuyn [ui], cruyt [specerijen], edyck, sout10 ende laet alsoe volsieden [door en door koken]. Alst ghesoden es, so gyetet op den visch. Dan eest volmaect. Sommighe doen daerin rosinen oft vighen in stucken ghesneden.

10 In de druk staat: sont


[Home]      Laatste wijziging: 22-01-04